Bill Mensema: Disco Tex & His Sex-o-lettes

Nog één keer over de Eindejaarsshow. Omdat het optreden van Bill Mensema toen zo extra bijzonder was. Waar de andere auteurs zich hielden aan de opdracht om iets voor te lezen uit hun laatstverschenen boek, kwam Bill Mensema aan met een nieuw verhaal: Disco Tex & His Sex-o-lettes.
In dit verhaal verbaast de verteller zich over een festival als Roze Zaterdag. Het is allemaal zo braaf, en zo keurig geregeld. Een muziekpodium staat netjes binnen de van te voren aan de buurtbewonders overlegde grenzen en het geluid van de band houdt zich aan het afgesproken volume. Het draaiboek zegt precies wanneer wat moet gebeuren. Dat werk dus. En dat is niks voor iemand, zoals Bill, met passie voor muziek. Die luistert liever met tegenwind naar het nummer 'Get dancing' van Disco Tex & His Sex-o-lettes. Nou ja, lees zijn verhaal hieronder maar.

Jos Jorritsma maakt van dit memorabele optreden enkele foto's, en een flimpje van het slot van het verhaal. Aan de mimiek van Bill valt af te lezen hoe vermakelijk hij dit verhaal bracht.











Disco Tex & His Sex-o-lettes
(zoals voorgelezen op de Eindejaarssow van Uitgeverij Passage, 16 december 2011)

Het is Roze Zaterdag in Groningen. Als ik rond twaalf uur langs het Hoge Der Aa fiets zie ik allerlei kraampjes, maar veel volk is er niet. Een paar homo’s hier en daar en standhouders die verveeld een sigaret roken. Wellicht dat de meeste bezoekers – de organisatie gaf gisteren op TV Noord aan minstens 30.000 te verwachten – nu nog allemaal verwikkeld zijn in de Gay Pride demonstratie verderop in het centrum.
Aan het einde van het Hoge Der Aa staat een klein podium waarop een bandje speelt. Ervoor staat een handvol in het zwart geklede lesbiennes. Slechts eentje danst, terwijl de zangeres van het bandje zingt over de explosieve homohaat die zijn kop de laatste tijd weer opsteekt. 
Op de wapperende roze vlaggetjes na is het evenement niet van andere te onderscheiden. Net als die andere moderne manifestaties lijkt ook hier alles tot in de puntjes verzorgd. Daartoe staat de gemeente de organisatoren tegenwoordig welwillend bij, middels complete draaiboeken van A tot Z en een fabelachtige logistieke expertise. Er zijn bedrijven die onderhand wekelijks worden ingeschakeld om podia op te bouwen, kraampjes neer te zetten en straten af te rasteren, zodat er extra autovrije voetgangerszones ontstaan. Omwonende autobezitters worden ruim van tevoren bevolen hun wagen die dag elders te parkeren, tijdelijke vergunningen voor aanvullende horeca worden soepel verleend en er bestaat tevens een door de EU gecertificeerd sjabloon om zoveel mogelijke media-aandacht te genereren.

Ik herinner me andere tijden maar dat is vooral omdat ik een weemoedige oude lul ben. ‘Vroeger was alles beter.’ Dat soort werk. Ik weet het ook van mezelf.
Maar ik kan het niet helpen. In mijn hoofd zie ik weer hippies om me heen, zoals ooit op een druilerige zondag in de zomer van 1976 in het Sterrenbos. De geur van hasjiesj was overal en voor me stonden honderden mensen te deinen op het funky nummer ‘Bread’ van de Nederlandse band Sweet d’Buster, die verderop op het podium bij de vijver speelde. Ook al was het behoorlijk frisjes, ik knoopte mijn houtje-touwtje jas los. Er moest iets open want er moest iets uit.
Ineens stond er een hippie in zijn blote reet te dansen naast de bassist van de band. Terwijl de danser zijn lul in de rondte tolde, joelden we hem met zijn allen toe. Toen hij vervolgens een aanloop nam en vanaf het podium in de vijver dook juichten we.

Ik mis die lol.

Aan het Hoge Der Aa heb ik vandaag niets te zoeken. De karige levendigheid bij de kraampjes nodigt ook niet uit om er eens langs te sjokken. Dus ik fiets maar door. Grimmig door een stad die allang niet meer de mijne is. Over volmaakte fietsroutes door het centrum, langs de gestroomlijnde vaart naar het zuiden.
Wanneer ik koers door de uitgestrekte buitenwijken in het zuiden van de stad besef ik nauwelijks nog waar ik ben. Ik zie alleen maar een strak geasfalteerde weg onder me voorbijglijden en als ik langs het Sterrenbos fiets voel ik zelfs helemaal niets. In dat park worden al bijna dertig jaar geen zomerse concerten meer gehouden. Het is er nu net zo’n vreugdeloze bedoening als de elektronische housemuziek die ik op mijn iPod hoor, als de buitenwijken in dit deel van de stad, als de uitgekiende fietsroutes door het centrum, als de kraampjes aan het Hoge der Aa.

Ik wil niet echt in het verleden blijven hangen. Ik wil in het nu leven. Maar het wordt me zo niet echt makkelijk gemaakt. En verdomme, ik heb ook nog eens last van een helse tegenwind.

Voor ik op mijn bestemming ben, heb ik nog een paar kilometer voor de boeg. Zuchtend rits ik mijn jas bij de kraag dicht. Ik zet nog eens extra aan op mijn pedalen, buig mijn rug en zo kruip ik met samengeperste lippen voorwaarts. Nog eens trappen met mijn verzuurde benen, nog enkele riante villa’s hier op de Hondsrug om te passeren, nog een paar honderd meter voor ik in de vrije ruimte ben, waar de stad eindigt en er mijlenver zicht is, tot diep in het Aa dal naast de Hondsrug.
Ook al is de hemel totaal grijs getrokken op deze kille zaterdag in de zomer…
Ook al voel ik me zo... zo… zo…

Als mijn iPod naar het volgende nummer door shufflet, hoor ik opeens geen house meer, ook geen rock of country of soul, maar een heus disconummer uit 1976, voordat ook disco op maat gesneden zou worden. ‘Get dancing’ van Disco Tex and His Sex-o-lettes. Het is een van mijn guilty pleasures, iets dat ik niet goed zou mogen vinden maar toch doe.
Het is muziek die ik eerst voel in mijn voeten. Zodra ik de zangeressen hoor begin ik onwillekeurig te tappen met mijn tenen. Zo ook nu, terwijl ik zwoeg op mijn fiets, over die duivelse Hondsrug, met de wind die me met alle kracht probeert terug te blazen, terug de stad in.

-          Doep Dah Doep Dah Doedoe Dah! Doep Dah Doep Dah Doedoe Dah! Get dancing!

O, wat is dat toch een heerlijk aanstekelijk koortje dat de Sex-o-lettes daar zo zingen. Steunend en puffend kraai ik mee. Inmiddels strak in de maat trap ik op mijn fiets en exact op die vier tellen begin ik mijn pedalen rond te jagen.
De wind zet nog eens extra aan maar glimlachend spuug ik terug.

-          Doep Dah Doep Dah Doedoe Dah! Doep Dah Doep Dah Doedoe Dah! Get dancing!

En daar is dan de man zelf – Disco Tex – die de hele zooi nog eens extra opzweept. 

-          Come on, baby, get dancing! Turn yourself on! A yama yama yama!

Geen idee wat het betekent maar het klinkt goed.

-          America needs you! We need you to get to dance! We need you to get together and boogie woogie woogie! Radar love is here! The star of stars! This is your night!!!

De goede man barst zowat uit elkaar van de energie. Hij heeft het allemaal nodig, net als alles wat hij erbij haalt. Hij grijpt het, hij perst het samen en dan grijpt hij nog meer. De muziek klimt met Disco Tex de hoogte in, terwijl hij zijn vingers dichtvouwt en zijn vuisten samenbalt.

Elk moment nou.
Elk moment. Elk moment nou…

De zware blazers harmoniëren mee tot in de finale, wanneer Disco Tex zijn handen eindelijk in de lucht opengooit. Alles explodeert en de Sex-o-lettes gillen het uit van extase.
In mijn eentje fietsend op de Hondsrug – in plaats en tijd een eeuwigheid van Tex verwijderd – wil ik niets anders dan volledig met hem mee gaan. In het refrein zing ik evenwel niet ‘Get dancing’ maar ‘Get biking’.  
Als alles opnieuw begint, als het hele feest verdergaat, merk ik de wind amper meer. Natuurlijk is het nog steeds zwaar trappen, maar het voelt niet meer zo.

-          Dance your dance!

Zo is het, Tex.

-          Move those hips I remember!

Ik herinner me ze ook, Tex…

-          I’m your friendly disc jockey of the hour trying to tell you it’s time to get dancing!

Ik doe mijn best, Tex.

-          You can’t think of all the wrong in the world, you can’t think of all the bad things around you! Just feel happy dancing! Put out your mind and get dancing!
-          Get biking, hijg ik.

Het nummer was destijds bedoeld voor de disco en het werd waanzinnig populair in de homoclubs van New York – in een onbezorgde tijd die nog vrij was van AIDS, recessies en andere ellende – maar voor mij werkt het ook in 2011 nog steeds. Grijnzend fiets ik verder over de Hondsrug en zie ondertussen de snelweg in het dal, vol P+R bussen die de bezoekers aan de Roze Zaterdag vandaag gratis vervoeren.
Ze zullen in de stad een strak georganiseerde wereld aantreffen. Daar kunnen ze langs kraampjes lopen om informatiebrochures op te pikken. Daar kunnen ze misschien nog iets mee krijgen van de grote manifestatie in het centrum. Daar kunnen ze sympathieke maar o zo saaie bandjes op de diverse podia bekijken.

Ik wens hun allemaal een fijne dag toe. Maar wat ik hun het meeste toewens is echte, ondefinieerbare, in geen enkel draaiboek vast te leggen lol, met zo’n band als Disco Tex and His Sex-o-lettes, die niet over explosies zingen maar het juist vermogen om de luisteraar te laten exploderen.

(C) Bill Mensema

1 opmerking:

  1. Heb je een Ipod dan???? of is het zo,n lux mp3spelertje....eerlijk!!!

    BeantwoordenVerwijderen