Kermisbokser

De laatste discussie die ik met Jan Veenstra over zijn nieuwe roman had, ging over de flaptekst. Of we daar nou wel of niet het woord 'kermisbokser' moesten gebruiken. Immers: nu een kermis vooral bestaat uit het het mechanische door elkaar schudden of over de kop gegooid worden, weten hele generaties niet meer dat je vroeger op kermisen ook allerlei theatertentjes had. De vrouw met de baard, de steile wand, een bokszaal dus, maar ook tentjes met beloften van erotiek (maar in de tijd die die erg nog waren was ik te jong er in te mogen). Dus met het woord 'kermisbokser'op de achterkant van Here weg zouden we hele generaties van het boek kunnen vervreemden. Maar ja: het boek vertelt wel het verhaal van een kermisbokser en ik hoop dat het nu wat vreemde woord juist nieuwsgierig maakt naar de inhoud van het boek.

  

Kermisbokser. Het blijft een mooi woord. En als je er op googled, kom je leuke dingen tegen.
Zo maakt Harry Perton nog melding van kermisbokser Rob, die ook de eerste FC Groningen-hooligan was en later morgenster (alweer zon'prachtwoord) werd, lees het hier.
Of lees het verhaal van Wim de Haan. Ook daaruit blijkt dat iemand zelden alléen kermisbokser was. Jan Cremer schijnt het bijvoorbeeld ook een tijd gedaan te hebben, voor zijn literaire doorbraak.
En er is een fraaie site over kermishistorie. Daar lees je een uitgebreid verhaal over de vroegere sportshows.


Publiciteit
Intussen staat de term 'kermisbokser' dus wel gewoon in de flaptekst. Morgen wordt het boek gepresenteerd (zie elders in dit blog). Jan Veenstra is in elk geval in Groningen en Drenthe de komende tijd veel in het nieuws:

• morgenvroeg is Veenstra te gast bij Radio Noord
• vrijdagmiddag schuift Veenstra aan bij Oog-Forum van Oog-radio
• 21 juni zit Jan Veenstra bij TV Drenthe in het programma 'Bartissimo'.
• bij het Dagblad van het Noorden gaat misdaadverslaggever Rob Zijlstra een recensie over het boek schrijven. (Daar ben ik wel extra benieuwd naar.)
• volgende week een interview met Jan Veenstra in de Gezinsbode.
• En er komt ongetwijfeld meer.