De Rijksuniversiteit Groningen viert dit jaar haar vierhonderdste
verjaardag. Om dit lustrum te vieren zijn er allerlei activiteiten en
festiviteiten in de stad; Uitgeverij Passage viert dit feestje graag mee. Een flink aantal schrijvers uit het fonds van de uitgeverij heeft namelijk jarenlang aan de
RUG gestudeerd - de universiteit speelt in sommige van hun boeken een grote
rol. Genoeg reden dus om onze alumni te bestoken met vier vlijmscherpe vragen.
Als eerste is Bill Mensema, auteur van de romans Doem Dada, Fietsen met Bob
Dylan en Captain Liefie, en de
verhalenbundel Rock 7, aan de beurt.
1. Waarom zou een
alumnus jouw boeken moeten gaan lezen?
In mijn boeken refereer ik
geregeld aan het studentenleven in de stad Groningen in de periode 1978-1982,
de tijd dat ik officieel als student stond ingeschreven bij de RUG. Mijn boeken
gaan niet echt over het studeren aan de universiteit, over wat je in eerste
instantie behoort te doen als student, maar ze zijn gebed in die tijd, in dat
milieu. In Rock 7 speelt liefde in de studentenflat een rol, in Doem dada draait het om het vinden van je eigen weg zien in het leven.
Dat is iets waar iedereen op
die leeftijd mee te maken krijgt, ook al telt het bij studenten net iets
zwaarder. Er is immers een behoorlijke investering aan de gang qua opleiding,
met aanzienlijke financiële consequenties. Een simpele carrièreswitch op die
leeftijd, zo van ‘Hey, ik denk dat ik even een tijdje ga koekenbakken of
onderzeeboten lassen of iets dergelijks’, kan bij studenten al gauw tot existentialistische
problemen leiden.
Niet dat dat er allemaal echt
toe deed voor mijn generatie, want wij kregen destijds met een zware recessie
te maken. Ineens had je niets meer aan een mooie, dure opleiding, had de
arbeidsmarkt helemaal geen interesse in je, kon je net als de rest (krakers
& punkers & hippies) de bijstand in, terwijl de studieschuld maar aan
je bleef knagen.
Het is vreselijk dat er nu
een nieuwe generatie studenten opgroeit in net zo’n uitzichtloze situatie als
wij begin jaren tachtig. Het is met de meesten van ons uiteindelijk wel weer
goed gekomen. Je wilt niet weten hoeveel van ons allemaal ICT-er zijn geworden,
zelfs alfa’s zoals ik.
Momenteel zitten zes van mijn
vrienden – inmiddels allemaal 50+ – opnieuw ongewenst zonder werk. Ikzelf ook.
Wat me opvalt is dat iedereen best goed gemutst is, ook al beseffen we maar al
te goed dat de kans op een nieuwe job op deze leeftijd tamelijk gering is.
2. Het thema van het
lustrum is For Infinity. Is jouw werk voor eeuwig?
Absoluut niet. Ik ben gewoon
een schrijver, een verteller, een mannetje van anekdotes. Elke generatie heeft
zijn eigen vertellers. Mensen die verhalen vertellen die hopelijk herkenbaar
& invoelbaar zijn voor anderen. Ieder mens heeft zijn eigen ding. Voor mij
is dat schrijven (& autorijden).
Er zijn daarbij een paar
thema´s waar ik mij verre van houd. Ik schrijf nooit over geweld & bijna
nooit over seks. Wat mij betreft zijn dat zaken waarmee je altijd net iets te
gemakkelijk kunt scoren. Dan scoor ik liever helemaal niet. (Wat in mijn geval
helaas ook zo lijkt uit te pakken.)
Daarnaast heb ik een
bloedhekel aan cultuurfilosofie, aan intellectuele ‘pissing contests’ &
heel veel zogeheten hoogstaande literatuur. Of polemieken. Och, dat vond ik
vroeger al zo verschrikkelijk, die kinderachtige polemieken, dat elkaar steeds
maar weer de maat nemen. ´Toen & toen zei jij dit & dat, & dat zag
je helemaal verkeerd!’ Al die kleinzerige ruzies van de Nederlandse literatoren
onderling. Dat trieste gemuggenzift. Dat genavelstaar. Dat vond ik al toen ik
student was. Dat vind ik nog steeds. Het gaat om je daden, niet om je woorden.
Zie bijvoorbeeld de prachtige film ‘Return to paradise’.
Ik was altijd al het meeste
geïnteresseerd in, & het meest geïnspireerd door, uitingen die het leven vieren.
Daar schrijf ik dan ook over. Want dat is mijn brandstof: liefde, muziek,
films, verse appels van de grond, snelwegen, een zomerse regenbui, zelfs
ballet.
Ik streef daarbij naar ‘good
reads’. Daar werk ik hard aan. Ik schaaf als een dolle. Met als enig doel dat
het boek leest als een trein. Natuurlijk tracht ik telkens weer zo’n goed
mogelijk boek te maken. Maar het moet wat mij betreft vooral een lekker boek
zijn.
Voor nu.
Voor dit moment.
Voor iedereen die (net als
ik) zo’n boek op prijs stelt.
3. Wat hoop je dat iemand denkt wanneer hij/zij over vierhonderd
jaar een boek van jou leest?
Ik ben daar niet bij, dus in
eerste instantie zeg ik: boeien…
Ik wil er wel wat meer over
zeggen. Ik geloof sterk in wat de oude Amerikaanse indianen hier altijd over
plachten te zeggen: ‘loop voorzichtig over dit land & laat geen sporen
achter.’ Dat vind ik ook. Wees voorzichtig met wat je om je heen vindt, met de
natuur, met de mensen, met de beesten, de vogels, de vissen, de insecten. We
delen deze wereld allemaal met dezelfde reden. Daartoe zijn we op aarde. Omarm
je bestaan op dat moment, maar verpest het niet. Wees een waardevolle
aanvulling voor ons & je gemeenschap. & val ons verder niet
lastig.
4. Eén van de pilaren van het lustrumfeest is ambitie. Wat zijn
jouw ambities voor de toekomst?
Ambitie is net als passie een
zo’n stompzinnig buzz woord.
‘Wees gepassioneerd!’
‘Wees ambitieus!’
FUCK YOU, zeg ik dan. Met
hele grote letters.
Een beetje ambitie is niet
verkeerd (ik wil een goede schrijver zijn, ik wil een goede koekenbakker zijn,
ik wil een goede lasser zijn, etc.), maar het modieuze geblaat van tegenwoordig
is vooral verschrikkelijk dom & kortzichtig. Kijk bijvoorbeeld naar de
verwoestende effecten van het internet, wat dat betekent voor kleine
winkeliers, wat dat betekent voor muzikanten, wat dat betekent voor het sociale
gedrag van mensen, etc.
Noem het een ‘paradigm shift’
& gooi er nog wat andere – bij voorkeur cryptische – buzz woorden tegenaan,
maar het is gewoon NIET onze taak de wereld efficiënt te maken. Daarvoor leven
we niet. Daarvoor zijn wij niet op aarde. Als je dat denkt, dan begrijp je echt
niets van het leven.
Overambitieuze mensen
proberen maar al te vaak de wereld naar hun eigen goeddunken in te richten. We
zagen het al bij Hitler & de Nazi’s, we zien het nu weer met de
casinokapitalisten & de technocraten. Gelukkig zijn het leven & de
wereld weerbarstig. Er zal op den duur een backlash komen. Ik heb geen idee hoe
of wat, maar die zal er op den duur komen. Want zoals het nu gaat, is op de
lange termijn niet vol te houden. Niet qua grondstoffen, niet qua
milieuvervuiling, niet hoe we met elkaar & alles om ons heen omgaan.
Het zal vermoedelijk een
harde terugslag worden, want ik zie niet dat de megalomanen van nu uit zichzelf
aan de rem gaan trekken. Dat is het probleem met zulke ambitieuze mensen: ze
blazen zichzelf zo enorm op, dat ze hun onvermijdelijke fouten nooit zullen
durven toegeven. Ondertussen gaan we met z’n allen ten onder.
Dus de enige ambitie die ik
nu heb is jullie te zeggen: gooi weg dat teveel aan ambitie & wees een goed
mens.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten