Afscheid van de Camphuysenstraat

Vanmiddag heb ik de sleutels ingeleverd van mijn appartement aan de Camphuysenstraat 58. Geen wereldschokkend nieuws, maar wel even een moment om op dit Uitgeverij Passage-blog even bij stil te staan. Want in deze flat begon in 1991 de geschiedenis van de uitgeverij.

25 jaar geleden zat ik nogal omhoog. In mijn toenmalige flatje aan de Paramaribostraat werd een paar maal achtereen ingebroken. Dat leverde weliswaar af en toe een hilarisch verhaal op, maar het woonde allerminst prettig. Bovendien: het was een duplexwoning, na de oorlog wat al te snel neergezet en destijds vochtig, tochtig en koud. Inmiddels bestaan dit gebouw ook niet meer.

Maar goed, ik had net een leuke baan in het onderwijs, dus ook wel wat geld om ruimer te gaan wonen. Vanwege die inbraken had ik wel wat haast en zo ben ingegaan op het aanbod van deze woning in de Camphuysenstraat. Die had ongeveer drie keer zoveel ruimte, was goed geïsoleerd, op fietsafstand van het station, veel voorzieningen in de buurt en geen nabije voor- of achterburen.

Van de riante achterkamer maakte ik een werkkamer. Mijn vader timmerde er een boekenwand in en na ongeveer een jaar verscheen de eerste computer op een bureau. Meteen toen ik er kwam wonen zag ik al voor me hoe ik vanuit deze kamer, driehoog achter, wel eens een uitgeverij zou kunnen drijven. Ik was (en bleef) in die tijd betrokken bij de Stichting Uitgeverij Xeno, een plek waar ik in elk geval leerde hoe dat in de praktijk werkt, boeken uitgeven.

Met Luuk Bloemen en Mariët Ebbinge verkende ik de mogelijkheden om in Groningen een professionelere uitgeverij te starten. Bij de Kamer van Koophandel volgde ik zelfs een cursus 'Begin je eigen bedrijf'. Voorjaar 1991 liepen drie dingen samen: op die cursus kreeg ik te horen dat ik wel een erg goed bedrijfsplan had, ik had die droom van de uitgeverij in de achterkamer en op de school verviel een aantal uren. En o ja, ik had inmiddels de eerste twee beloftevolle boekideeën in portefeuille. Dat was het moment: juni 1991 schreef ik me (in mijn eentje inmiddels) in als uitgeverij bij de Kamer van Koophandel (de aanvankelijk gekozen naam bleek niet gebruikt te mogen worden, maar van 'Passage' heb ik geen moment spijt gehad) en in de herfst van dat jaar kwamen de eerste twee boeken uit.

Drie dagen in de week was ik leraar Nederlands aan de Laboratoriumschool in Leeuwarden, de rest van de tijd vulde ik als uitgever. Camphuysenstraat 58 werd, ondanks dat het in een weinig sfeervolle buitenwijk ligt, een bekend adres in het boekenvak en de literaire wereld. Veel mensen heb ik daar ontvangen, er zijn plannen uitgebroed met Schrijver & Caravan, Poëziemarathon, plannen voor boeken gesmeed en heel veel meer. Ook toen de uitgeverij groeide, ik fulltime uitgever werd en Roos Custers als redacteur een dag in week de werkzaamheden kwam ondersteunen, bleef de uitgeverij op deze achterkamer gevestigd. Tot voorjaar 2009, toen kon er eindelijk een mooi en waardig onderkomen in Het Paleis betrokken worden.

Misschien wel vanwege die prachtige kantoorruimte bleef ik zelf een beetje in de Camphuysenstraat hangen. Tot de buurtbewoners en ik vorig jaar te horen kregen dat de boel op de schop gaat. Er komt een grootscheeps renovatie aan, appartementen worden samengevoegd om meer ruimte voor gezinnen te creëren. Ik moest weg, maar dankzij mijn urgentiepunten heb ik een nieuwe woning gevonden, mooi genoeg om al die jaren in de Wijert onsentimenteel achter me te kunnen laten.

Vorige week ben ik verhuisd, een hele gebeurtenis na 25 jaar. Uw uitgever woont inmiddels prettig aan de Palmslag; de uitgeverij zit prima aan het Boterdiep. Grappig ook: Palmslag is de titel van het tweede boek van Anton Brand, iemand die ik als beginnend uitgever al snel leerde kennen.



Vanmiddag dus de sleutels aan de opzichter van de woningbouwvereniging overhandigd. De verhuizers hadden het huis al helemaal leeggehaald. Het was mijn huis al niet meer. Wat overblijft zijn de vage plekken op de muur waar ooit de door mijn vader gemaakt boekenwand stond. En wat overblijft zijn de herinneringen, veel herinneringen.

Even leek het erop dat ik de laatste bewonder van Camphuysenstraat 58 zou zijn; het appartement komt te vervallen, wordt samengevoegd met de onderburen en voor een deel omgetoverd tot dakterras. Maar de kans is aanwezig dat de laatste maandne er nog een paar studenten gehuisvest worden. Maar daarna is het echt afgelopen met nummer 58. Uitgeverij Passage zetelt inmiddels op 117 van het Boterdiep.

1 opmerking:

  1. Bedankt voor de vlekken op de muur Anton! Ik vroeg me al af wat de rechthoekige patronen te betekenen hadden. Wel oprecht bedankt voor de historie van de woning;)

    BeantwoordenVerwijderen